Ook die was moet gedaan worden

Geplaatst op:

In gesprek met mevrouw Blankers-van Sluisveld over haar vrijwilligerswerk in de kerk

Net als ik heb jij je waarschijnlijk ook nooit afgevraagd wie dat zou doen.

Maar nu weet ik het.

Een paar weken terug kwam ik in de kerk van Elshout een dame tegen met over haar arm een aantal misgewaden.

Ik ken haar dus vraag of ze aan het opruimen is.

Nee, zegt ze, ik doe de was voor de kerk.

Daar wil ik wel wat meer over weten, was mijn antwoord dus hebben we een afspraak gemaakt.

En zo zit ik op een ochtend bij Marietje Blankers-van Sluisveld aan de tafel.

Hoe ben je daar toe gekomen? is mijn vraag.

Nou, is het antwoord, ik zing al jaren bij het dameskoor evenals mijn voorgangster.

Deze had een jaar of vijftien terug haar pols gebroken en was aan het lobbyen om iemand te vinden die de was over wilde nemen. Een vrijwilligerswerkje dus.

Ze had het al aan twee bejaarde dames gevraagd maar die moesten passen voor dit karweitje.

Ach, dacht ik toen, waarom zou ik het niet doen totdat ze beter is. Dat kan hooguit een jaartje zijn.

Dat jaartje zijn er nu inmiddels al zo’n vijftien geworden want toen de pols beter was kwamen er weer andere gebreken.

Het zijn niet alleen de gewaden maar ook de altaar kleden, de kelkdoekjes en de handdoekjes.

De handdoekjes en de kelkdoekjes moeten wekelijks, de altaar kleden als er een vlekje in zit en de gewaden worden gewassen als ze een paar keer gedragen zijn.

Wat vaker in de zomer als er wat meer getranspireerd wordt.

Het is een secuur werkje want de kleden zijn al oud dus voorzichtigheid is geboden.

De damasten kleden worden behandeld met een stijfselspray en ze neemt zelfs de strijkbout mee om de vouwen uit de kleden te strijken voordat ze op het altaar gelegd worden.

De misgewaden worden nauwkeurig na gekeken op een kapot stikseltje of een loszittende knoop.

En als ze op vakantie gaat dan zorgt ze dat alles schoon is zodat die weken overbrugt kunnen worden.

Alleen voor de wekelijkse was is er dan een vervangster.

De vorige pastoor wilde nog wel eens bij haar thuis komen om te vertellen dat er iets kapot was maar de huidige priesters verlaten zich helemaal op haar huishoudelijk kunnen.

Als er een kindje gedoopt wordt dan krijgt deze het doopwater over het hoofdje met een jakobsschelp.

Na het dopen is het Marietje die de naam en de datum op de schelp schrijft.

Deze schelp wordt dan op het bord vòòr in de kerk gehangen.

Eens per jaar is er de schelpjesviering waarbij dan het schelpje aan de desbetreffende dopeling aangeboden worden.

Zoals ik eerder al vermeld heb is Marietje bij het dameskoor van de kerk, inmiddels al 32 jaar.

De laatste eenentwintig jaar als voor voorzitster en soms vervangt zij zelfs de dirigent.

Hoe lang ik dit nog kan blijven doen weet ik niet, verzucht ze.

Er komen geen nieuwe leden meer bij en de meesten zijn al behoorlijk op leeftijd.

Ik ben bang dat er over een aantal jaren geen koor meer is.

En de was? Die blijft ze gewoon doen zolang ze nog kan.